Het gebruik van asbest in Nederland

In 2006 publiceerde een onderzoeksbureau een interessante studie over het Nederlandse asbestgebruik. Het werk is nog steeds relevant voor wie een asbestinventaris wil opmaken van zijn woning, bedrijf of publieksgebouw. Hieronder verzamelden we dan ook de belangrijkste inzichten van het onderzoek. Zo weet u waar u moet zoeken naar asbest.

 

Industrialisatie

De Europese asbesthandel komt op gang vanaf de 19e eeuw. Na het begin van asbestgebruik op de scheepswerven, nemen de toepassingen toe naarmate de industrialisatie vordert. Vooral de bouwwereld is al snel geïnteresseerd. Asbest is sterk, goedkoop, flexibel, veelzijdig en relatief eenvoudig te produceren.

Wanneer men spreekt van bouwasbest, dan gaat het vooral om chrysotiel/serpentijn (witte asbest), crocidoliet (blauwe asbest) of amosiet (bruine asbest). Chrysotiel is daarbij veruit de koploper. In 1973, het einde van de asbest hausse, gebruikte de toenmalige Europese Economische Gemeenschap 92% chrysotiel, 5% amosiet, 2,2% crocidoliet en 0,26% anthofylliet.

 

Harde cijfers

Deze harde cijfers zijn voor Nederland pas terug te vinden vanaf 1917. Tussen 1917 en de asbeststop van 1993 importeert Nederland 776.263 ton asbestvezels, waarvan slechts een goede 6.000 ton weer wordt uitgevoerd. De piek van het binnenlands gebruik ligt in de jaren 1960 (25,39%) en 1970 (43,60%). Deze "gouden jaren" van asbest vallen grotendeels samen met het hoogtepunt van de naoorlogse woningbouw, die het Nederlandse woningtekort moet bestrijden. Asbest maakt het mogelijk om massaal en serieel (prefab) te bouwen. In een periode van 15/20 jaar wordt meer dan 25% van de Nederlandse woningen gebouwd.

 

Asbestgebruik

Waar de asbestvezels precies terechtkomen, is niet altijd even duidelijk. De koploper is duidelijk asbestcement (53,89%), gevolgd door asbestpapier en -karton zonder (25,76%) en met rubber/latex (8,81%). Daarnaast verschijnt er ook asbest in bandbreedte, bitumen, isolatiematerialen, spuitasbest, vloertegels, rem- en frictiemateriaal, verf/lijm/kit en diafragma elektrolyse.

 

Asbesttoepassingen

In Nederland worden die 3000 tot 3500 asbestproducten dus vooral in de bouw gebruikt. Het meest voorkomend zijn allicht de asbestcement producten, voornamelijk golfplaten. Meer dan 80% van het ingevoerde asbest wordt in dit soort producten verwerkt. Tot de zogenaamde cementwaren behoren ook nog vlakke platen, buizen, bochtstukken, verloopstukken, spuitstukken, koppelingen, sifons, pijpen, afsluiters, (schoorsteen)kappen, (rook)kanalen, goten en bakken.

Asbestpapier en -karton wordt vooral gebruikt in isolatiematerialen, in het bijzonder in pakkingen en filters van industriële installaties. Latex-varianten dienen vooral als onderlaag voor vinyls. Als vulmiddel komt asbest verder nog voor in verschillende vloertypes en vloerbedekkingen, te weten vinyl-tegels, magnesiet en houtgraniet. Vinyl wordt daarbij veruit het meest geproduceerd.

Voorts zijn de meeste asbesttoepassingen op een of andere manier gericht op isolatie, zeker tussen 1900 en 1978. Een volledige opsomming bestaat niet en het bereik omvat alles van vulmiddel in rubberproducten tot matrasvullingen. Vanaf de jaren 1970 neemt dit gebruik echter snel af, dankzij de opkomst van alternatieven zoals steenwol en glasvezel.


Asbestbouw

In de bouw verschijnen asbesttoepassingen in verschillende domeinen, zoals in de agrarische sector (60/70% van alle asbestcement) en in leidingen (gas, water, riool). In bedrijven blijven de toepassingen bovendien niet beperkt tot bouwasbest, maar wordt het bereik erg breed. Asbest komt hier zelfs voor in machine-isolatie en werkkleding. Vooral spoorwegen, ijzergieterijen, chemische industrie, glasfabrieken, scheepsbouwers en defensieterreinen maken er gebruik van.

In publieke gebouwen zoals bioscopen, kantoorgebouwen of schouwburgen verwacht men steevast een grote aanwezigheid van asbest. Hier worden immers hoge eisen gesteld op het gebied van de brandveiligheid. Asbest kan er bijvoorbeeld verschijnen in verlaagde plafonds en brandwerende gordijnen. Overigens zijn ook in de reguliere woningbouw vooral de grotere, in serie gebouwde wooncomplexen verleid door asbest. De toepassingsschaal in particuliere woningen is in vergelijking kleiner.

 

Asbeststop

Hoewel bouwvakkers in de jaren 1930 al de gezondheidsrisico's ondervinden, duurt het nog tot begin 1990 voor het gebruik van asbest drastisch afneemt. Op 1 juli 1993 wordt de stof uiteindelijk bij wet verboden, waardoor de professionele toepassing ervan ophoudt. Bouwwerken gebouwd na 1993 zijn in principe asbestvrij.

0
Feed

Schrijf een reactie